Op welke leeftijd worden vrouwen gemiddeld voor het eerst moeder?
De vraag “Op welke leeftijd krijgen vrouwen tegenwoordig kinderen?” lijkt simpel, maar de cijfers laten zien dat er in Nederland een enorme shift heeft plaatsgevonden. Waar onze oma’s vaak al moeder waren voordat ze 25 werden, schuift moederschap bij huidige generaties steeds verder op. Niet omdat vrouwen geen kinderen willen, maar omdat levenspaden veranderen: carrières, relaties, studies, reizen, persoonlijke groei — alles loopt anders dan 50 jaar geleden.
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen moeder worden
In 2024 kregen Nederlandse vrouwen hun eerste kind op gemiddeld 30,4 jaar.
Ter vergelijking:
- 1970: 24,3 jaar
- 2000: 29,1 jaar
- 2024: 30,4 jaar
Dat is een stijging van maar liefst 6 jaar in één generatie. Bij een tweede kind lag de gemiddelde leeftijd in 2024 op 32,5 jaar, en bij álle geboorten samen was de gemiddelde leeftijd van moeders 31,8 jaar. Het klassieke beeld van “voor je dertigste moeder worden” is dus allang niet meer de norm.
Waarom worden vrouwen steeds later moeder?
Vrouwen worden steeds later moeder, en dat komt door een mix van factoren. Ze studeren langer, bouwen hun carrière later op en hebben minder financiële zekerheid dan generaties voor hen. Ook speelt mee dat relaties later ontstaan — de zoektocht naar de juiste partner duurt simpelweg wat langer.
Daarnaast kiezen veel vrouwen bewust voor meer vrijheid, self-development en tijd om eerst zichzelf te ontdekken voordat ze aan een gezin beginnen. Maar misschien wel het belangrijkste: vrouwen hébben tegenwoordig de keuze. Moeder worden omdat “het zo hoort” is al lang verleden tijd; het draait nu om wat past bij hún leven, hun ambities en hun ritme.
En hoe zit het met mannen?
Mannen zijn gemiddeld iets ouder dan vrouwen wanneer ze voor het eerst vader worden. Gemiddelde leeftijd eerste kind (2024):
- Vaders: 32,9 jaar
- Moeders: 30,4 jaar
Mannen lopen dus zo’n 2,5 jaar voor qua leeftijd. Bij álle geboorten in 2024 waren vaders gemiddeld 34,4 jaar.
Jong moeder vs. later moeder: hoe vaak komt het nog voor?
In 1975 zag het moederschap er totaal anders uit dan nu: maar liefst 90 procent van de vrouwen kreeg vóór hun dertigste hun eerste kind, terwijl slechts 2 prcent pas op of na hun 35e moeder werd. Fast forward naar 2024 en het beeld is compleet veranderd.
Nog maar 41,6 procent van de vrouwen krijgt vóór hun dertigste een eerste kindje, terwijl het aandeel vrouwen dat pas op latere leeftijd begint met een gezin juist sterk is gestegen: inmiddels krijgt 18,3 procent van de vrouwen hun eerste kind op 35 jaar of ouder. Het laat duidelijk zien hoe verschuivende kansen, ambities en levensstijlen de timing van het moederschap hebben veranderd.
Hoe zit het met jonge én oudere vaders?
Ook bij mannen is die verschuiving over de jaren duidelijk te zien. Waar in 1996 nog 35 procent van de mannen vóór hun dertigste vader werd, is dat aandeel in 2023 gedaald naar 26 procent. Jong vader worden gebeurt dus steeds minder vaak. Tegelijkertijd neemt het vaderschap op latere leeftijd juist toe.
Het aantal baby’s met een vader van 50 jaar of ouder groeit ieder jaar, en in 2023 werden er zelfs 2.541 kinderen geboren met een 50-plus vader. Voor 883 van deze mannen was het zelfs hun allereerste kind. Het laat zien dat ook bij mannen de timing van gezinsvorming steeds flexibeler — en later — wordt. Lees ook: Fun fact: deze feministische babynaam wordt steeds populairder
Bron: CBS