Is er een fijner gevoel dan zwetend de sportschool uitlopen, een tikkeltje trots omdat je dit keer zwaardere gewichten hebt gepakt of nét dat extra sprintje eruit hebt geperst? Precies, volgens mij niet! Maar dan… dagen later kijk je in de spiegel en denk je: ‘waar blijven die abs?’ of ‘waar blijft die booty pump?’ Het voelt alsof je alles geeft, maar je spieren niet helemaal willen meewerken. Frustrerend, toch? Misschien ligt dat helemaal niet aan je schema of je inzet, maar aan wat je je spieren ná je work-out geeft. Namelijk: aminozuren!

Wat zijn aminozuren eigenlijk?

We hebben het vaak over eiwitten als hét geheim voor spieropbouw. Maar je lichaam gebruikt geen hele eiwitten in originele vorm. Nee, je lichaam breekt het eerst af tot kleine bouwsteentjes: aminozuren. En precies dáár gebeurt het dus!

Sommige aminozuren hebben invloed op je humeur (bijvoorbeeld tryptofaan of serotonine), andere ondersteunen je immuunsysteem (glutamine), en weer andere zorgen ervoor dat je huid strak blijft door collageenproductie. Maar de toppertjes voor je spieren? Dat zijn de ‘branched-chain amino acids‘ (BCAA’s) en de ‘essential amino acids‘ (EAA’s).

▼ scroll verder ▼

Soorten aminozuren: leucine

Misschien heb je weleens van leucine gehoord. Dit aminozuur is dé aan-knop voor spieropbouw. Zodra je lichaam ongeveer 2,5 gram leucine binnenkrijgt, kan ‘muscle protein synthesis‘ (MPS) starten – oftewel het proces waarin je spieren herstellen én groeien. Maar leucine kan dat niet allemaal in zijn eentje regelen.

De andere EAA’s zorgen voor de ‘bouwmaterialen’ die je spieren nodig hebben om daadwerkelijk sterker en strakker te worden. Je kan het het best zo bekijken: leucine is de projectleider, maar zonder bouwvakkers (de overige aminozuren) gebeurt er helemaal niks.

Waarom je progressie soms stagneert

Herken je dit: je tilt zwaarder, je traint vaker, maar de vooruitgang blijft achter? Grote kans dat je je leucine-drempel niet haalt. Een kipfilet van een handpalm groot levert ongeveer 2 gram leucine. Een kom linzen? Nog geen gram.

Dus zelfs al eet je netjes je porties eiwit, dan nog kan het lastig zijn om structureel aan die 2,5 gram leucine te komen. Het gevolg: spierherstel duurt langer en echte progressie blijft uit.

Kan je dit fixen met voeding?

In theorie wel, maar in de praktijk is het puzzelen. Je moet weten hoeveel leucine in je maaltijden zit en dat afstemmen met andere aminozuren. En eerlijk, wie heeft daar de tijd of energie voor? Wij in elk geval niet – en al zéker niet na een pittige legday. Daarom kiezen veel sporters voor een aminozuursupplement: makkelijk, snel en precies de juiste balans.

De slimme shortcut: supplementen

Een full-spectrum aminozuursupplement – met genoeg leucine én de overige EAA’s – kan je spieren precies geven wat ze nodig hebben. Hierdoor herstel je sneller, heb je minder last van spierpijn én behaal je uiteindelijk zichtbaar meer kracht en definitie.

Het is geen wondermiddel (je moet nog steeds zweten in de gym), maar het maakt van al dat harde werk wél meer resultaat. Denk: binnen een week merkbaar soepeler herstel, na twee maanden meer spierdefinitie en rond de drie maanden echt verschil in kracht.

De bottom line

Een killer workout is pas het halve werk. Je spieren groeien niet tijdens die squats of burpees, maar erna – als jij ze de juiste tools geeft. Aminozuren, en vooral leucine, zijn de missing link tussen trainen en écht resultaat zien.

Dus de volgende keer dat je jezelf afvraagt waarom je inspanning niet helemaal zichtbaar wordt: misschien is het tijd om niet harder, maar slimmer te werken!

Lees ook: Voedingsexpert legt uit: zijn zoveel eiwitten en sportlessen wel gezond?