Dit kan je beter niet zeggen tegen je kind

En dat is menselijk en volkomen begrijpelijk. Maar sommige zinnen die veel ouders gebruiken, kunnen – zonder dat je het doorhebt of zo bedoelt – iets verschuiven in de relatie met je kind. Niet omdat je faalt, maar omdat de communicatie met je kind net wat anders in elkaar zit dan met volwassenen. Kinderen kunnen woorden namelijk heel anders horen dan volwassenen ze bedoelen…

Communicatie met je kind

Wanneer we het hebben over de communicatie met je kind, hebben we het niet over de keren dat je iets verkeerd zegt. Het gaat echt om de structurele herhaling. Om zinnen die, als ze vaak genoeg terugkomen, langzaam een heel ander verhaal vertellen dan je eigenlijk wil. Namelijk dat jouw kind te veel is, te moeilijk, of ineens verantwoordelijk wordt voor jouw gevoelens. En dat is precies waar het mis kan gaan. Daarom kan je déze zinnen beter mijden in gesprekken met je kind.

▼ scroll verder ▼

1. ‘Ik weet echt niet wat ik met je aan moet’

De zin ‘Ik weet echt niet wat ik met je aan moet’ komt meestal uit pure machteloosheid. Je bent moe of overprikkeld en je weet even niet meer welke opvoedtool je moet inzetten. Wat jij bedoelt, is: ik zit vast. Wat een kind hoort, is: ik ben te veel voor jou. En dat kan ervoor zorgen dat een kind óf de leiding gaat overnemen, óf juist gaat zorgen voor jou. En die beide rollen zijn niet bedoeld voor een kind.

2. ‘Je doet me pijn’

Natuurlijk doet het pijn als je kind iets onaardigs zegt of doet. Maar als je dat bij hen neerlegt, ontstaat er verwarring. Kinderen zijn nog volop bezig hun eigen emoties te begrijpen. Als ze ook jouw gevoelens moeten dragen, wordt dat te zwaar. Ze kunnen zich schuldig gaan voelen over emoties die eigenlijk bij jou horen.

3. ‘Wat kan ik doen zodat jij je geliefd voelt?’

De vraag ‘Wat kan ik doen zodat jij je geliefd voelt?’ klinkt warm en betrokken, maar schuift onbedoeld verantwoordelijkheid richting je kind. Liefde hoort geen gezamenlijk project te zijn waarbij je kind moet aangeven hoe jij het ‘goed’ doet. Liefde werkt juist als verrassing. Als iets wat je voelt zonder het te hoeven uitleggen.

4. ‘Zo wil ik niet bij je zijn’

Dit is misschien wel de meest pijnlijke zin die je kan gebruiken in de communicatie met je kind. Wat hier vaak onder zit, is de wens dat het gedrag stopt. Maar de boodschap die blijft hangen, is dat nabijheid afhankelijk is van hoe ‘lief’ je kind zich gedraagt. En juist op momenten dat kinderen moeilijk zijn, hebben ze bevestiging nodig dat de relatie blijft staan.

5. ‘Wat is er mis met jou?’

De zin ‘Wat is er mis met jou?’ raakt aan schaamte. Terwijl jij het gedrag van je kind wil aanspreken, val je eerder de identiteit aan. Kinderen kunnen dit internaliseren als: ik ben niet oké zoals ik ben. En schaamte is een gevoel dat diep kan wortelen en lang blijft hangen.

Communicatie met je kind: wat dan wel?

Perfecte zinnen in de communicatie met je kind bestaan niet. Opvoeden draait niet om het juiste script, maar om de toon en de rol die je inneemt. Laat merken dat jij de volwassene bent. Dat jij het overzicht houdt, ook als het schuurt. Zinnen als: ‘Dit gedrag is niet oké, maar ik ben er wel’ of ‘Ik zie dat je het moeilijk hebt, ik help je hier doorheen’ houden de relatie intact én stellen grenzen.

Je hoeft niet altijd rustig te zijn. Je hoeft het niet altijd goed te doen. Maar als je woorden blijven uitstralen: ‘ik kan dit aan, en ik kan jou aan’, geef je je kind iets veel belangrijkers dan perfect moederschap, namelijk veiligheid.

Lees ook: ‘Na het moederschap herkende ik mezelf niet meer’ – nu kijk ik mezelf weer graag aan