Altijd bereikbaar zijn, altijd doorgaan, altijd scherp. Het lijkt soms alsof rust iets is wat je moet verdienen. Eerst presteren, daarna ontspannen. Maar zo werkt je lichaam niet. Dat heeft momenten nodig om af te schakelen, letterlijk en figuurlijk.

De stand ‘aan’ als standaard

Veel vrouwen leven in een constante actiestand. Werk, studie, sociale verplichtingen,
sporten, bijpraten, bijhouden. Zelfs ontspanning is vaak actief: podcasts, series, social media. Je brein krijgt weinig echte pauze. Daardoor blijft je lichaam alert, ook als de dag eigenlijk voorbij is.

Stresshormonen blijven langer actief en het signaal dat het tijd is om te vertragen komt
simpelweg te laat. Het gevolg is dat inslapen lastiger wordt en je ’s nachts minder diep
slaapt. Niet omdat je niet wilt rusten, maar omdat je systeem de overgang niet maakt.

Slapen is geen knop

In een wereld waarin alles direct kan, verwachten we soms ook van slaap dat het vanzelf
gaat. Hoofd op kussen, ogen dicht, klaar. Maar slaap is geen schakelaar. Het is een proces. Je lichaam moet eerst begrijpen dat het veilig is om los te laten.

Daar spelen routines, licht en rust een grotere rol dan we vaak denken. Wanneer je tot laat fel licht om je heen hebt of actief bezig blijft, krijgt je lichaam minder ruimte om melatonine aan te maken, het hormoon dat je helpt slaperig te worden. Zonder dat signaal blijft je interne motor doordraaien.

De gevolgen van nooit echt uitstaan

Te lang ‘aan’ blijven staan heeft effecten die verder gaan dan alleen een slechte nacht. Je kunt je sneller prikkelbaar voelen, moeite hebben met concentratie of het gevoel hebben dat je altijd achterloopt. Ook lichamelijk merk je het: gespannen schouders, een onrustige ademhaling, een hoofd dat nooit stil is.

▼ scroll verder ▼

Op de lange termijn kan dat ervoor zorgen dat vermoeidheid zich opstapelt. Je functioneert nog wel, maar alles kost net wat meer moeite. Rustmomenten voelen onrustig in plaats van herstellend.

Afbouwen in plaats van stoppen

Wat helpt, is het idee loslaten dat je van vol gas meteen naar stilstand moet. Zie je avond als een afbouwfase. Net zoals je niet vanuit een sprint direct kunt stoppen, heeft je lichaam tijd nodig om te vertragen.

Dat kan klein beginnen. Het licht dimmen, notificaties uit, geen zware gesprekken meer laat op de avond. Een vast moment waarop je je dag afrondt, mentaal én praktisch. Door die herhaling leert je lichaam: dit is het moment om los te laten.

Rust is geen zwakte

In een cultuur waarin druk zijn vaak wordt gezien als succesvol zijn, voelt rust soms als falen. Maar rust is geen teken dat je minder aankunt. Het is een voorwaarde om vol te houden. Juist door regelmatig uit de ‘aan-stand’ te gaan, blijf je scherp wanneer het nodig is.

Je hoeft niet meteen alles om te gooien. Begin met bewustwording. Merk op hoe vaak je nog doorgaat terwijl je eigenlijk al moe bent. Sta jezelf toe om eerder af te schakelen, zonder schuldgevoel.

Lees ook: Deze nieuwe horrorserie kruipt zó onder je huid dat slapen lastig wordt