Jongeren nemen steeds minder risico’s: is het tijd om naar onszelf te kijken?

We leven in een tijd waarin jongeren minder snel naar alcohol grijpen en minder vaak tussen de lakens duiken. Jonge mensen pakken dingen nou eenmaal op veel vlakken anders aan dan andere generaties en nemen minder risico’s. Op het eerste gezicht is dat misschien helemaal niet erg, want minder roekeloos gedrag betekent ook minder ongelukken en misschien zelfs een gezondere generatie. Toch is het lastiger dan dat, en het roept ook vragen op: hoe kan het toch dat het zo verandert? Ligt dat aan de manier van opvoeden of zegt het meer over de wereld waarin jonge mensen nu opgroeien.
Veranderende wereld
Volgens psycholoog Richard Weissbourd, verbonden aan de Harvard Graduate School of Education, komt de terughoudendheid van jongeren deels voort uit angst. Uit een enquête onder jongvolwassenen bleek dat hun grootste zorgen gaan over geldproblemen, prestatiedruk en vooral: het gevoel dat de wereld aan het instorten is. Dit gevoel is zelfs zó erg dat het erger is dan de zorgen over werk of relaties.
Eerder dachten we volgens Weissbourd dat kinderen, voornamelijk in welvarende kringen, te weinig risico’s nemen. Nu leven we in zo’n beangstigende wereld dat risico’s er vanzelf komen. Eigenlijk hebben jongeren heel hard begeleiding nodig om te leren omgaan met die angsten.
Zijn wij als ouders veranderd?
Tegelijkertijd wijst Weissbourd op een belangrijke trend in ouderschap: de neiging om kinderen te willen beschermen tegen alle ongemakken die op hun pad komen. Ouders zijn steeds meer bezig met de emoties van hun kinderen en proberen daar constant rekening mee te houden. “We maken hun gevoelens te kostbaar en micromanagen hun stemmingen”, zegt hij daarover. Dit heeft ook een keerzijde: kinderen ontwikkelen daardoor minder copingsmechanismen.
Dat jongeren tegenwoordig minder drinken of drugs gebruiken is volgens Weissbourd deels door goed ouderschap. Maar dat is zeker niet het enige. Bij veel jongeren groeit het idee dat ze geen enkele misstap mogen maken. De lat voor jongeren ligt ontzettend hoog. Een goed diploma, een stabiele baan en een zeker leven zijn een must geworden. Eén verkeerde keuze voelt voor hen al als een vervelende, gevaarlijke misstap.
Moeten wij ons gedrag herzien?
De vraag hierbij is natuurlijk: ligt het allemaal aan de jongeren zelf of moeten volwassenen ook in de spiegel kijken? De huidige generatie jongeren voelt zich vaak in de steek gelaten door oudere generaties. Ze hebben eigenlijk meer vertrouwen in hun leeftijdsgenoten om de wereld te verbeteren dan in volwassenen. Maar kunnen we ze dat eigenlijk kwalijk nemen? Klimaatverandering, politieke verdeeldheid en economische onzekerheid zijn oprechte zorgen in onze dagelijkse realiteit.
Zelfstandigheid ontwikkelen
Gelukkig zijn er ook positieve punten. Zo zijn veel jongeren bezig met hun mentale gezondheid. Ze mediteren, doen aan zelfreflectie en leren goed omgaan met stress. Dat helpt hen om beter te kunnen inschatten welke risico’s écht gevaarlijk zijn en wat er nodig is om te groeien.
Maar het probleem én de verwachte oplossing enkel bij de jongeren leggen, zou niet eerlijk zijn. Voor ouders, leraren en andere volwassenen is er dus een taak. Er moet meer ruimte komen voor zelfstandigheid voor jongeren. Dat betekent niet dat ze aangespoord moeten worden tot roekeloosheid, maar er mag best een beetje ruimte komen om zelf meer bezig te zijn met de situatie en de emoties die daarbij komen kijken. Als we willen dat jongeren leren leven – echt léven – dan moeten we ook durven loslaten.
Lees ook: Moeder van een zoon? Volgens onderzoek verouder je dan sneller (ja, echt)